Zondag, maandag, sterrendag – Anna Woltz

Nora is uitvinder. Op een nacht hoort Nora haar nieuwe buurjongen Sep zijn spreekbeurt oefenen, daarna volgt een klap. Nora gaat op onderzoek uit en ontdekt een luik naar Seps kamer. Sep blijkt heel veel over de sterren te weten. Binnenkort moet hij een spreekbeurt houden, maar hij durft niet. Zou Nora iets kunnen uitvinden om Sep te helpen? Een fijn, gedegen verhaal over een eigenwijs, creatief meisje en een slimme, verlegen jongen die hun krachten bundelen.
De auteur (1981) weet precies de goede toon en de juiste woorden te vinden. Hierdoor slaagt ze erin met een eenvoudige, vrij korte tekst en begrijpelijke woorden een spannend, goed opgebouwd verhaal neer te zetten. Het verhaal is royaal geïllustreerd met leuke, ondeugende illustraties.
Dit is een boek uit de leren-lezen serie “Tijgerlezen”, die niet met AVI-niveaus werkt, maar bestaat uit spannende, grappige, rijkelijk geïllustreerde boeken waaruit kinderen zelf een keuze kunnen maken. het werk van de auteur viel al vele malen in de prijzen. ook dit boek getuigt van haar kundigheid. Vanaf ca. 7 jaar. (Bron: aanschafinformatie catalogus)
Lessuggesties:
Luistervaardigheid en spreekvaardigheid.
Hou een kringgesprek in de klas . Kies één of meer van onderstaande onderwerpen om te bespreken.
- Lees het hoofdstuk “Nu echt, mijn nieuwe buurjongen” (bladzijde 11 t/m 16) voor.Wat denken de kinderen? Is Nora blij met haar nieuwe buurjongen? Hoe weten ze dat? Hebben de leerlingen zelf ook wel eens nieuwe buren gekregen? Of zijn ze wel eens verhuisd? Hoe was dat? Wat was er leuk aan en wat minder leuk?
- Lees het hoofdstuk “een vampier” (bladzijde 26 t/m 30) voor. Wat spannend! Of toch niet? Zijn de kinderen wel eens in een spookhuis geweest? Wat is voor hen een spookhuis? Wanneer is het eng of spannend in een huis? Houden ze van spannend, of toch liever niet?
- Bekijk de tekeningen. Wat vinden de kinderen van de tekeningen? Zijn het spannende tekeningen? Wat vinden ze er goed aan en wat minder goed? Praat over de techniek.
- Sep vindt spreekbeurten eng. Want er gaat wel eens iets mis. Hoe gaan de leerlingen met spreekbeurten om? Wanneer vinden zij het moeilijk om een spreekbeurt te houden? En wanneer juist helemaal niet? Wat doen ze als ze zenuwachtig zijn?